Versla de plaag met Groene Stier
- Leer meer over biologisch bestrijden
- Lees meer over biodiversiteit
- Maak kennis met de bekendste bestrijders
- Houd jouw tuin en kamerplanten plaagvrij
- Ontvang korting bij onze partner
Biologische ongediertebestrijding is het gebruik van levende organismen om ongedierte te bestrijden.
De meest gebruikte biologische bestrijders
Aaltjes / nematoden
Zijn kleine wormachtige organismen die met het blote oog nauwelijks zijn waar te nemen. “Goede” aaltjes zijn nuttig voor tuin, gazon en plant
Roofmijten
Zijn geleedpotigen koudbloedige, ongewervelde dieren met een uitwendig skelet. Een aantal roofmijten zijn nuttig en in te zetten als biologische bestrijders
Roofkevers
Het lieveheersbeestje is de bekendste benaming voor deze kever. Er zijn echter vele soorten die allemaal hun eigen voorkeuren hebben. m.b.t. het voedsel
Sluipwespen
Deze kleine vliegjes moet je niet verwarren met limonadewespen. Ze zijn vele male kleiner en niet gevaarlijk. Ze worden o.a. ingezet tegen motten en luizen
Roofwantsen
Orius laevigatus is een klein roofzuchtig insect (roofwants) die zich voedt met trips. Het is een effectief biologisch bestrijdingsmiddel tegen trips en aanverwante plagen
Gaasvliegen
Gaasvlieglarven zijn kleine, vleugelloze insecten die de nakomelingen zijn van gaasvliegen. De larven zijn vraatzuchtige predatoren van bladluizen en wolluizen
De biodiversiteit is de afgelopen decennia achteruit gegaan. Mede hierdoor krijgen plagen meer kans om zich in grote getale te ontwikkelen. De biodiversiteit is afgenomen door de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen. Deze middelen zijn niet-selectief wat betekent dat ze elk insect en andere organisme doden. In het verleden zijn dus ook veel nuttige insecten ten prooi gevallen aan deze chemische bestrijdingsmiddelen. Sinds 2015 is de inzet van deze middelen verboden en worden enkel nog biologische bestrijdingsmiddelen toegestaan.
Biologische bestrijders richten zich alleen op de schadelijke organismen en tasten in tegenstelling tot chemische bestrijders de goede organismen niet aan. Een voorbeeld hiervan zijn aaltjes. Deze grond wormen zijn met het blote oog nauwelijks waarneembaar en niet schadelijk voor het milieu. Zodra er geen voeding meer is sterven ze uit en laten ze geen sporen achter. Ze voeden zich met larven van o.a. Engerlingen, emelten en rouwvliegjes. Door dit selectieve karakter hoef je niet bang te zijn dat andere organismen worden aangetast.
Krijg tot 10% korting op bestrijders bij onze partner Biobestrijding
"Laat de natuur zich herstellen"